Doe de saffraandraadjes in een klein kopje en voeg een paar eetlepels warme bouillon toe. Laat het saffraan trekken terwijl je de andere ingrediënten voorbereidt.
Verhit de olijfolie in een grote paellapan of een brede, ondiepe pan op middelhoog vuur. Voeg de fijngehakte ui en knoflook toe en bak deze zachtjes tot ze zacht en glazig zijn.
Voeg de blokjes kip, stukjes varkensribbetjes en plakjes chorizo toe aan de pan. Bak het vlees gelijkmatig bruin aan de buitenkant.
Voeg de rode en groene paprika's toe aan de pan en bak ze mee tot ze zacht zijn. Voeg vervolgens de geraspte of fijngehakte tomaat toe en bak tot het mengsel dikker wordt.
Voeg de paellarijst toe aan de pan en roer goed, zodat de rijst de smaken van het mengsel opneemt. Bak de rijst een paar minuten, maar laat hem niet bruin worden.
Giet de kippenbouillon en het saffraanmengsel over de rijst in de pan. Roer goed door en breng op smaak met zout, peper en de gerookte paprika (pimentón).
Breng de inhoud van de pan aan de kook. Zet het vuur lager en laat de paella ongeveer 20 minuten sudderen zonder te roeren, tot de rijst bijna gaar is.
Voeg de garnalen, mosselen en inktvisringen toe aan de pan. Verdeel ze gelijkmatig over de rijst en duw ze een beetje in de rijst. Voeg ook de erwten toe. Laat de paella nog 5-7 minuten koken, tot de vis en zeevruchten gaar zijn en de mosselen open zijn gegaan.
Haal de pan van het vuur en dek de paella af met een schone theedoek. Laat de paella 5 minuten rusten, zodat de smaken zich kunnen vermengen.
Garneer de paella met verse peterselie en serveer met partjes citroen.